maandag 15 december 2008

soorten geld

Soorten geld
Vrijwel alles is al als geld gebruikt, maar in onze contreien zijn er drie belangrijke vormen van geld:
Edelmetalen
Papiergeld
Bankkapitaal
Naast bankbiljetten en munten (ook wel chartaal geld genoemd), bestaat er elektronisch geld, ook wel giraal geld genoemd. Zoals een kaart met een chip die met een bepaalde waarde opgeladen kan worden. Met een dergelijke kaart kan men een betaling uitvoeren zonder dat het betaaltoestel verbonden moet zijn met een computernetwerk. In België is er een dergelijke kaart met de naam "proton" in gebruik. In Nederland wordt zo'n kaart "Chipknip" genoemd.
Ander giraal geld is het niet-tastbare geld zoals op kasbonnen, obligaties, spaarrekeningen en zichtrekening.
Kinderen en personen die niet zo goed met geld kunnen omgaan krijgen zakgeld.

Edelmetalen
Edelmetaal, vooral goud, kan als geld worden gebruikt door simpelweg er een metalen munt van te slaan. De nominale waarde van de munt (de waarde die op de munt aangegeven staat), is de waarde van het gewicht van het metaal in de munt.
Goud is in de loop van de millennia heel waardevast gebleken: de koopkracht ervan kan in de loop der jaren sterk schommelen (het is nu bijvoorbeeld 2,5 keer zo veel waard als eind jaren '90), maar gemiddeld is goud nog steeds ongeveer even veel waard als toen het duizenden jaren geleden voor het eerst als geld werd gebruikt. Een ander sterk punt van goud is dat het wereldwijd wordt geaccepteerd.
Nadeel is dat het niet makkelijk te vervoeren is. Goud kost op dit moment ongeveer 22.500 euro per kilogram. Dat betekent dat we voor een middenklasse auto een kilogram aan munten moeten meenemen, bij de aanschaf van een huis al gauw tien kilogram. Niet handig en vooral niet veilig.
Verder is het goudaanbod wereldwijd redelijk beperkt, hetgeen de goudmarkt makkelijk te manipuleren maakt, wat vaak is gebeurd en ook nu gaande lijkt te zijn.

Papiergeld
Oorspronkelijk werd papiergeld uitgegeven om om te gaan met het feit dat goud moeilijk te vervoeren was. Men stortte bijvoorbeeld een kilogram goud bij een bank en kreeg daarvoor een waardepapier, dat een belofte inhield dat de bank aan toonder een kilogram goud zou uitbetalen. Deze waardepapieren ontwikkelden zich tot papiergeld.
Banken wisten toen echter al eeuwen dat ze veel meer waardepapieren, papiergeld, konden uitgeven dan ze goud in kas hadden, omdat maar een klein deel van het goud werd opgevraagd. De praktijk leerde, dat banken tien keer zoveel papiergeld uit konden geven, dan ze goud in kas hadden. Gaven ze meer uit, dan werd het risico dat er meer goud opgevraagd werd dan ze in kas hadden te groot.
Vandaag de dag wordt papiergeld simpelweg gedrukt om transacties mogelijk te maken, die niet met behulp van bankkapitaal kunnen worden afgewikkeld. Maar het belang ervan neemt snel af, naarmate steeds meer transacties elektronisch worden afgehandeld.

Bankkapitaal
Vandaag de dag wordt de grote meerderheid van transacties, zeker als we naar de waarde van de transacties kijken, in bankkapitaal afgewikkeld. In feite hebben banken alleen nog contant geld nodig om uit te kunnen betalen aan rekeninghouders, via de pinautomaten, voor dagelijkse transacties.

Hoe wordt bankkapitaal geschapen?
Als ik een huis wil kopen en een hypotheek ga aanvragen, dan ga ik naar de bank. Als de bank akkoord gaat, dan neemt zij het huis van mij over en plaatst zij het huis bij haar op de balans als vermogen. Daartegenover schept zij een verplichting in bankkapitaal. Dat bankkapitaal heeft zij niet, zij schept het op dat moment.
Bankkapitaal wordt dus geschapen door leningen aan te gaan bij een bank. Als alle bankschulden zouden worden afbetaald, zou er ook geen geld meer in omloop zijn. Alle bankschulden zijn rentedragend. Daarom spreken we van rentedragend geld. Een bank kan niet eindeloos veel geld scheppen. Dat zou tot massale inflatie leiden, door een overaanbod aan kapitaal. Bovendien zou de kans bestaan dat een bank onvoldoende contant (chartaal) geld in huis heeft om in alle verzoeken om contant geld te voorzien. Als dat gebeurt, is een bank failliet. Als veel eigenaren hypotheken niet kunnen betalen,kan een bank dwingen tot verkoop van huis. Vaak heeft de bank met verlies huis verkocht
De hoeveelheid geld die een bank kan scheppen is afhankelijk van de grenzen die de Europese Centrale Bank stelt. Deze stuurt op inflatie alleen. Het bankwezen kan dus net zoveel geld scheppen als zij van de ECB mag, die zich op haar beurt laat beperken door de inflatoire ontwikkeling van de euro. Dit is het geheim van hoe de nationale valuta in onze tijd worden geschapen. Dat de hoeveelheid geld die een bank kan scheppen niet oneindig is blijkt wel uit de problemen die zijn ontstaan in de Verenigde Staten in 2007 op de hypotheekmarkt. Wanneer hypotheken niet meer kunnen worden afgelost en dit gebeurt op grote schaal geeft dat liquide problemen voor een bank.

Complementair geld
Complementair geld is geld dat door private partijen wordt geschapen. Het circuleert naast het wettige betaalmiddel in een bepaald land. Er zijn verschillende manieren om complementair geld te scheppen.
In de VS is er bijvoorbeeld de Liberty Dollar, die is gebaseerd op goud. Dit geld wordt op dezelfde manier geschapen als het oorspronkelijke papiergeld, alleen dan volledig gedekt, in plaats van één op tien.
LETS-geld wordt geschapen door domweg briefjes met alleen een nominale waarde (zoals in Amsterdam een briefje van '10 noppes') te maken en die in het circuit in roulatie te brengen. Zo zijn er talloze voorbeelden.
CMN kapitaal wordt geschapen op vergelijkbare wijze als een bank. Kapitaal wordt geschapen als een schuld aan de CMN. Het grote verschil is, dat binnen de CMN het krediet niet rentedragend is. Het in omloop zijnde kapitaal is dus ook niet rentedragend.
Binnen de CMN hebben deelnemers een kapitaalrekening, waarvan de eigenaren het saldo kunnen verhogen door:
Door bankkapitaal of contant geld te storten
Een rentevrij krediet aan te gaan bij de CMN
Betalingen in CMN kapitaal binnen te krijgen.

De rol van geld
Economen zijn het er tegenwoordig over eens dat geld een belangrijke rol speelt in het economisch systeem. De geldhoeveelheid beïnvloedt de conjunctuur. Zou er bijvoorbeeld te veel geld zijn dan zouden consumenten meer gaan besteden dan er geproduceerd kan worden. De prijzen stijgen, er treedt inflatie op, en de economie raakt oververhit. Het tegenovergestelde is ook mogelijk, als er bijvoorbeeld te weinig geld is, kunnen consumenten te weinig kopen en zal de werkloosheid toenemen: de economie verslechtert en er ontstaat een recessie. Het beleid van de centrale bank om dit tegen te gaan wordt geldpolitiek of monetair beleid genoemd: als de inflatie te veel toeneemt, verhoogt de centrale bank de rentetarieven, zodat de economie 'afkoelt'; als de economie te veel afkoelt, verlaagt de centrale bank de rentetarieven als stimulans.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten